doorgekregen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • (file)

Participle[edit]

doorgekregen

  1. past participle of doorkrijgen

Declension[edit]

Inflection of doorgekregen
uninflected doorgekregen
inflected doorgekregen
positive
predicative/adverbial doorgekregen
indefinite m./f. sing. doorgekregen
n. sing. doorgekregen
plural doorgekregen
definite doorgekregen
partitive doorgekregens