geblasfemeerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • (file)

Participle[edit]

geblasfemeerd

  1. past participle of blasfemeren

Declension[edit]

Inflection of geblasfemeerd
uninflected geblasfemeerd
inflected geblasfemeerde
positive
predicative/adverbial geblasfemeerd
indefinite m./f. sing. geblasfemeerde
n. sing. geblasfemeerd
plural geblasfemeerde
definite geblasfemeerde
partitive geblasfemeerds