richting

Dutch

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈrɪx.tɪŋ/

• audio

  (file)

• Hyphenation: rich‧ting

Etymology 1

From richten +‎ -ing.

Noun

richting f (plural richtingen, diminutive richtinkje n)

1. direction

   Synonym: kant

2. (formal) movement, tendency

   Synonyms: beweging, stroming

Derived terms

• richtingaanwijzer
• richtingscoëfficiënt

 

Descendants

• → Indonesian: jurusan (semantic loan)

Etymology 2

Short for in de richting van.

Preposition

richting

1. in the direction of
   • 2022-06-22, editorial team, “Druk op de wegen richting Den Haag”, AD:

     Vanwege het boerenprotest had Rijkswaterstaat de A12 bij knooppunt Prins Clausplein richting Den Haag enige tijd afgesloten.

     Because of the farmers' protest, Rijkswaterstaat had closed the A12 at the Prins Clausplein junction in the direction of The Hague for some time.

2. (figurative) to, towards
   • 2022-01-11, Coen Hagenaars, “Roosendaalse bordes-scène als stil protest tegen lockdown: ‘De stress is echt enorm’”, BN DeStem:

   Met deze actie - een kopie van de presentatiefoto van het nieuwe kabinet Rutte IV op het bordes met koning Willem-Alexander - willen Roosendaalse ondernemer[s] een signaal afgeven richting Den Haag.

   With this action - a copy of the presentation photo of the new Rutte IV cabinet on the steps with King Willem-Alexander - Roosendaal entrepreneurs want to send a signal to The Hague.