Ja

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ja
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Ja m

  1. (religie) weergave met de eerste 2 letters van JHWH, Gods naam in het Hebreeuws, zoals die 24 keer in de Bijbel gebruikt wordt (Ex. 15:2 +, Jes. 12:2 +, Ps. 68:5 +)
  2. (religie) (joods) verkorte eigennaam van de God van Israël, in joodse vertalingen vaak weergegeven als Eeuwige
  3. (religie) (christelijk) eigennaam van God, in christelijke vertalingen vaak vertaald met Heer of een vorm daarvan
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
  • De gewoonte om in kleinkapitaal aan te geven waar in de oorspronkelijk Ja gebruikt werd, is in dit lemma gevolgd;[2] dit dient louter om een beeld te geven van een gangbaar gebruik, het houdt geen oordeel in over de juistheid of wenselijkheid daarvan. Soms wordt er bij de weergave in kleinkapitaal geen gebruik meer gemaakt van hoofdletters (heer

Verwijzingen

Meer informatie