grapjas
Jump to navigation
Jump to search
Dutch[edit]
Etymology[edit]
Pronunciation[edit]
Noun[edit]
grapjas m (plural grapjassen, diminutive grapjasje n)
- A joker, one who makes jokes. [from late 19th c.]
- Synonym: lolbroek
- 1898 January 1, v.d. W., “Ingezonden Stukken”, in Ons Vakbelang. Orgaan van den Algem. Nederl. Typografenbond, volume 6, number 23, page 185:
- U bent toch, het moet gezegd worden, een oolijke grapjas...
- (please add an English translation of this quotation)
Descendants[edit]
- Afrikaans: grapjas