samenwerkingsbeginsel

Dutch

Etymology

From samenwerking (“cooperation”) +‎ -s- +‎ beginsel (“principle”), calque of English cooperative principle.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌsaːmə(n)ˌʋɛrkɪŋsbəˈɣɪnsəl/
• Hyphenation: sa‧men‧wer‧kings‧be‧gin‧sel

Noun

samenwerkingsbeginsel n (plural samenwerkingsbeginselen or samenwerkingsbeginsels, diminutive samenwerkingsbeginseltje n)

1. Synonym of coöperatieprincipe
   • 2002, Edwin Hoffman, Interculturele gespreksvoering [Intercultural communication], page 186:

     Wel gaan gesprekspartners veelal onbewust uit van dit samenwerkingsbeginsel, bijvoorbeeld dat ze op een vraag een antwoord verwachten.

     The interlocutors do base themselves, mostly unaware, on this cooperative principle, for example that they expect an answer on a question.

   • 2003, Willem Witteveen, De Geordende Wereld van het Recht: Een inleiding [The Ordened World of the Law: An introduction], page 349:

     Volgens de taalkundige Paul Grice geldt er in de communicatie een samenwerkingsbeginsel.

     According to the linguist Paul Grice, a cooperative principle applies in the communication.

   • 2008, Susanne van Hoek-Gerritsen, Een goed verhaal [A good story], page 83:

     Eerst komen de zogenaamde samenwerkingsbeginsel en de conversationele stelregels aan bod.

     Firstly, the so-called cooperative principle and the conversational principles come up.