teruggetrokken

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • Audio:(file)

Participle[edit]

teruggetrokken

  1. past participle of terugtrekken

Declension[edit]

Declension of teruggetrokken
uninflected teruggetrokken
inflected teruggetrokken
positive
predicative/adverbial teruggetrokken
indefinite m./f. sing. teruggetrokken
n. sing. teruggetrokken
plural teruggetrokken
definite teruggetrokken
partitive teruggetrokkens