bekennend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /bəˈkɛnənt/
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

bekennend

  1. present participle of bekennen

Declension

[edit]
Declension of bekennend
uninflected bekennend
inflected bekennende
positive
predicative/adverbial bekennend
bekennende
indefinite m./f. sing. bekennende
n. sing. bekennend
plural bekennende
definite bekennende
partitive bekennends

German

[edit]

Pronunciation

[edit]

Participle

[edit]

bekennend

  1. present participle of bekennen