ontbeerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -eːrt

Participle

[edit]

ontbeerd

  1. past participle of ontberen

Declension

[edit]
Declension of ontbeerd
uninflected ontbeerd
inflected ontbeerde
positive
predicative/adverbial ontbeerd
indefinite m./f. sing. ontbeerde
n. sing. ontbeerd
plural ontbeerde
definite ontbeerde
partitive ontbeerds