slapenstijd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From slapen (sleeping) +‎ -s- +‎ tijd (time). Compare German Schlafenszeit.

Noun

[edit]

slapenstijd m (plural slapenstijden, diminutive slapenstijdje n)

  1. (archaic) bedtime