uitgaan van

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Verb[edit]

uitgaan van

  1. to assume, to reason from
    Bij onze berekeningen zijn we uitgegaan van een gemiddeld gewicht van 70 kilo.
    We assumed an average weight of 70 kilos in our calculations.
    Ik ging ervan uit dat je niet meer zou komen.
    I had assumed you weren't going to come anymore.

Usage notes[edit]

Inflection[edit]