zaaiend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

zaaiend

  1. present participle of zaaien

Declension

[edit]
Declension of zaaiend
uninflected zaaiend
inflected zaaiende
positive
predicative/adverbial zaaiend
zaaiende
indefinite m./f. sing. zaaiende
n. sing. zaaiend
plural zaaiende
definite zaaiende
partitive zaaiends

Anagrams

[edit]