binnenpretje
Jump to navigation
Jump to search
Dutch[edit]
Etymology[edit]
Diminutive of binnenpret.
Pronunciation[edit]
Noun[edit]
binnenpretje n (plural binnenpretjes)
- (countable) A private thought that causes one to laugh, seeming random to any onlookers.
- Ik vroeg me af of die man in de trein gewoon een binnenpretje had, of dat ik het was die hij zat uit te lachen.
- I wondered wether that man on the train just made himself laugh, or it was me who he was laughing at.
- 2010, De Bibliotheek Amstelland:
- Hij heeft vast een binnenpretje over een nieuw idee waarmee hij zijn fans weer op het verkeerde been kan zetten.
- (please add an English translation of this quotation)
- 2014, Melle Runderkamp, Simon Hendriksen, de Volkskrant:
- Een gekrulde mondhoek verraadt een binnenpretje.
- (please add an English translation of this quotation)
- 2013, Karen Van Eyken, Algemeen Dagblad:
- Had de architect tijdens het tekenen van het ontwerp gewoon een binnenpretje of is er meer aan de hand?
- (please add an English translation of this quotation)