teruggezien

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • (file)

Participle[edit]

teruggezien

  1. past participle of terugzien

Declension[edit]

Inflection of teruggezien
uninflected teruggezien
inflected teruggeziene
positive
predicative/adverbial teruggezien
indefinite m./f. sing. teruggeziene
n. sing. teruggezien
plural teruggeziene
definite teruggeziene
partitive teruggeziens