verzakend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • (file)

Participle[edit]

verzakend

  1. present participle of verzaken

Declension[edit]

Inflection of verzakend
uninflected verzakend
inflected verzakende
positive
predicative/adverbial verzakend
verzakende
indefinite m./f. sing. verzakende
n. sing. verzakend
plural verzakende
definite verzakende
partitive verzakends