bijvrouw

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Compound of bij +‎ vrouw.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈbɛi̯.vrɑu̯/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: bij‧vrouw

Noun

[edit]

bijvrouw f (plural bijvrouwen, diminutive bijvrouwtje n)

  1. concubine
    Synonyms: bijwijf, bijzit, concubine