gedeerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

gedeerd

  1. past participle of deren

Declension

[edit]
Declension of gedeerd
uninflected gedeerd
inflected gedeerde
positive
predicative/adverbial gedeerd
indefinite m./f. sing. gedeerde
n. sing. gedeerd
plural gedeerde
definite gedeerde
partitive gedeerds