aangebleven

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

aangebleven

  1. past participle of aanblijven

Declension

[edit]
Declension of aangebleven
uninflected aangebleven
inflected aangebleven
positive
predicative/adverbial aangebleven
indefinite m./f. sing. aangebleven
n. sing. aangebleven
plural aangebleven
definite aangebleven
partitive aangeblevens