aangetreden

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

aangetreden

  1. past participle of aantreden

Declension

[edit]
Declension of aangetreden
uninflected aangetreden
inflected aangetreden
positive
predicative/adverbial aangetreden
indefinite m./f. sing. aangetreden
n. sing. aangetreden
plural aangetreden
definite aangetreden
partitive aangetredens

Anagrams

[edit]