sociaal

Dutch

Etymology

Borrowed from French social, from Latin sociālis, from socius.

Pronunciation

• IPA^(key): /soːˈʃaːl/, /soːsiˈ(j)aːl/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: so‧ci‧aal
• Rhymes: -aːl

Adjective

sociaal (comparative socialer, superlative sociaalst)

1. social

Inflection

Declension of sociaal
uninflected	sociaal
inflected	sociale
comparative	socialer
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		sociaal	socialer	het sociaalst het sociaalste
indefinite	m./f. sing.	sociale	socialere	sociaalste
	n. sing.	sociaal	socialer	sociaalste
	plural	sociale	socialere	sociaalste
definite		sociale	socialere	sociaalste
partitive		sociaals	socialers	—

Derived terms

• asociaal
• sociaal-fascisme
• sociaaldemocratie
• sociaaldemocratisch

 

Related terms

• socialisatie
• socialiseren
• socialisme
• socialist
• socializen

 

Descendants

• Afrikaans: sosiaal
• → Indonesian: sosial