zebrapad

Dutch

Etymology

Compound of zebra (“zebra”) +‎ pad (“path”). The choice of the element zebra was influenced by English zebra crossing.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈzeː.braːˌpɑt/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: ze‧bra‧pad

Noun

zebrapad n (plural zebrapaden, diminutive zebrapaadje n)

1. A zebra crossing, a crosswalk (place where pedestrians can cross a street). [from 1951]

   Synonym: zebra

   • 1951 August 17, “Witte verf op het Leidseplein”, in De Telegraaf, volume 54, number 19909, page 1:

     Honderden hoofdstedelingen en vreemdelingen zullen op de spitsuren van deze „zebra”-paden gebruik maken om een veilig „overkomen” te zoeken.

     Hundreds of inhabitants of the capital and foreigners will use these “zebra” crossings at peak hours in order to find a safe way to “cross”.