areligieus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • are·li·gi·eus
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen areligieus areligieuzer areligieust
verbogen areligieuze areligieuzere areligieuste
partitief areligieus areligieuzers -

Bijvoeglijk naamwoord

areligieus [1]

  1. zonder enige relatie met een religie
    • Maar het verhaal van de palmpaasstok is nu een eigen leven gaan leiden, zeggen de betrokken Haagse scholen in reactie op de ophef die na publicatie van het AD-artikel ontstond. Van ‘aanpassing’ is volgens de scholen geen sprake. „We zijn het paasfeest niet opeens anders gaan vieren”, zegt woordvoerder Grada Huis van de christelijke onderwijskoepel Lucas Onderwijs. „De christelijke traditie is leidend. Dat betekent een paasontbijt en vertellen over het Bijbelverhaal.” De invulling verschilt per school maar over een afgebroken palmpaasstok heeft ze nooit eerder gehoord. „Op sommige van onze scholen zitten overwegend kinderen met een andere achtergrond. Islam, hindoe of helemaal areligieus. Verschillen maken leraren bespreekbaar in de klas.”[2] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Freek Schravesande 12 april 2017