boemlauw

Dutch

Etymology

From boem (“boom”) +‎ lauw (“nice, cool”).

Adjective

boemlauw (comparative boemlauwer, superlative boemlauwst)

1. (informal, Netherlands) really cool, wicked
   • 2013, Kluun, Klunen, Podium b.v. Uitgeverij, →ISBN, page 80:

     Gast, ik vind die baan als administratief medewerker bij de dienst Vergunningen boemlauw, maar hoeveel doekoe schuift het?

     Dude, I think that job as an administrative clerk for the licensing department is wicked, but what kind of dough are we talking about?

   • 2014 February 3, Thom Groot Nibbelink Nathan de Groot, “Het leesteken dat het helemaal gaat maken: ;”, in Volkskrant‎^[1]:

     Ook de 'MSN-generatie' heeft warme herinneringen aan de puntkomma. Jeffrey ('Jef', 23) weet het nog goed: 'Dat was echt boemlauw, afsluiten met een smiley :-).'

     The 'MSN-generation' also has nostalgic memories of the semicolon. Jeffrey ('Jef', 23) remembers it like yesterday: 'That was really wicked, closing with a smiley :-).'

   • 2017 September 3, Josse Kok, “Vroem vroem”, in Algemeen Dagblad‎^[2]:

     Sinds pakweg een decennium of twee dendert er een nieuw fenomeen door onze binnenstad; de quad. Het is een motorachtig sportvoertuig, maar dan met vier wielen. In bepaalde kringen is dit monster helemaal de shit, dope, onmin boemlauw, of noem het maar wat, liefst in wat minder gedateerde straattaal.

     Since roughly a decennium or two a new phenomenon roars through our inner cities; the quad. It's a motor-like sport vehicle, except it has four wheels. In some circles this monster is totally the shit, dope, very wicked, or whatever you want to call it, preferably using somewhat less dated street slang.

Inflection

Inflection of boemlauw
uninflected	boemlauw
inflected	boemlauwe
comparative	boemlauwer
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		boemlauw	boemlauwer	het boemlauwst het boemlauwste
indefinite	m./f. sing.	boemlauwe	boemlauwere	boemlauwste
	n. sing.	boemlauw	boemlauwer	boemlauwste
	plural	boemlauwe	boemlauwere	boemlauwste
definite		boemlauwe	boemlauwere	boemlauwste
partitive		boemlauws	boemlauwers	—