centiseconde

Dutch

Etymology

From centi- +‎ seconde.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈsɛn.ti.səˌkɔn.də/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: cen‧ti‧se‧con‧de

Noun

centiseconde f (plural centiseconden or centisecondes)

1. (rare) centisecond (one hundredth of a second)
   • 1972, Levende talen, page 155:

     Een mogelijke maat van de spreeksnelheid is dan de gemiddelde tijdsduur van de syllaben, uitgedrukt in centiseconden per syllabe, waarbij eventuele correcties aangebracht kunnen worden voor pauzes, haperingen, enz. Wanneer men op de beschreven wijze tewerk^[sic] gaat, zal men kunnen vaststellen dat in de teksten waarvan het tempo als ‘gewoon’ werd beoordeeld de spreeksnelheid groter is dan x centiseconden per syllabe en kleiner dan y centiseconden per syllabe.

     (please add an English translation of this quotation)

   • 1996 October, “flexible I/O-unit besturen vanuit Pascal”, in Elektuur, number 396, page 49:

     De pulsen hebben een lengte van (ImpTimeH + ImpTimeL)/2 centiseconden. […] De eenheid waarin geteld wordt is in beide gevallen 0,5 centiseconden (5 ms).

     (please add an English translation of this quotation)

   • 2020, Matt Parker, De eenzaamheid van pi. De wiskunde die onze wereld draaiende houdt, tr. from English by Henk Moerdijk.

     Door alleen centiseconden in plaats van milliseconden te tellen wonnen ze wat tijd, maar niet genoeg.

     (please add an English translation of this quotation)

French

Etymology

From centi- +‎ seconde.

Pronunciation

• IPA^(key): /sɑ̃.ti.sə.ɡɔ̃d/

• Audio (Paris)

  (file)

Noun

centiseconde f (plural centisecondes)

1. centisecond (one hundredth of a second)