ongebruikelijk

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From on- +‎ gebruikelijk.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Adjective

[edit]

ongebruikelijk (comparative ongebruikelijker, superlative ongebruikelijkst)

  1. unusual
    Het is ongebruikelijk om sneeuw te zien in deze regio.
    It is unusual to see snow in this region.

Declension

[edit]
Declension of ongebruikelijk
uninflected ongebruikelijk
inflected ongebruikelijke
comparative ongebruikelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial ongebruikelijk ongebruikelijker het ongebruikelijkst
het ongebruikelijkste
indefinite m./f. sing. ongebruikelijke ongebruikelijkere ongebruikelijkste
n. sing. ongebruikelijk ongebruikelijker ongebruikelijkste
plural ongebruikelijke ongebruikelijkere ongebruikelijkste
definite ongebruikelijke ongebruikelijkere ongebruikelijkste
partitive ongebruikelijks ongebruikelijkers

Antonyms

[edit]