wildzang

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

Already attested in the 17th century. Compound of wild (wild) +‎ zang (song, singing).

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /ˈʋɪlt.sɑŋ/
  • (file)
  • Hyphenation: wild‧zang

Noun[edit]

wildzang m (plural wildzangen, diminutive wildzangetje n)

  1. (countable) an inexperienced or rash (young) person
    • Simon Carmiggelt, "Het einde", in Brood voor de vogeltjes & Slenteren.
      Ze gold als een wildzang.
      She was considered to be a brash lady.
  2. (uncountable) wild birdsong
    • 1693, J. Bremer, "Het Amisfoortse Tempe", in Theodorus Verhoeven, Rerum Amoroftiarum scriptores duo inediti, publ. by Fredericum Haaringh.
      Dan doet de galm van dit geſchal
      Het pluymgedierte kwinkeleren,
      Om door haar wildzang en gefluyt
      De ſchatrênde Echo te braveren,
      Die van't gebergte rugwaarts ſtuyt.
      Then the reverbation of this sound makes
      the plumy varmints twitter
      to, with their birdsong and whistling,
      brave the booming echo
      that bounces backwards from the mountains.
    • 1904, Album der natuur, publ. by A.C. Kruseman, page 41.
      Hiervoor komt dan bij het overgeërfd zinginstinkt, dat als het ware dan grondslag vormt van den, voor de soort kenmerkenden, wildzang, het vermogen om dien wildzang door aanleeren en door oefening te volmaken.
      (please add an English translation of this quotation)
  3. (obsolete, uncountable) non-standard or substandard singing
    • 1821, R. H. van Someren, "Het eerste Verjaarfeest van Nederlands Verlossing", quoted in "R. H. van Someren, Gedichten" (review), Letterkundig magazijn van wetenschap, kunst en smaak, vol. 1, page 24.
      Toen heb ik .... ik weet het ... verrukt en bezwijmeld,
      Door hevige ſpanning der vreugde vermast,
      Slechts wildzang gezongen en woorden gerijmeld,
      Waar 't vurige lied van de kunst had gepast.
      I have then... I know it... besotten and swooning,
      conquered by the fierce excitement of joy,
      merely sung rowdy song and versified words
      where the fiery song of art were apt.
  4. (collective, dated) wild birds
    • 1936 March 14, "Dierenvrienden", Het Vaderland. Staat- en letterkundig nieuwsblad, vol. 67, morning edition A, page 8.
      Koop geen wildzang om die uit medelijden vrij te laten; daarmede bevordert gij den handel in- en het vangen van vrije vogels.
      Do not buy wild birds to release them out of compassion; in doing so you support the trade in and the capturing of birds living in the wild.
    • 1970 July 25, “Dieren”, in Limburgs Dagblad, page 14:
      VOGELS te koop, kanaries en wildzang, tevens aquarium f 30.
      BIRDS for sale, canaries and wild birds, also a fish tank for 30 guilders.
  5. (dated, uncountable) nonsense, idle talk, blather
    • 2006, Marcel Poorthuis & Theodorus Albertus Maria Salemink, Een donkere Spiegel. Nederlandse katholieken over joden, 1870-2005: tussen antisemitisme en erkenning, Valkhof, page 82.
      In eerste instantie werden alle Nijmeegse joden gevangen genomen, maar na onderzoek raakte de magistraat ervan overtuigd dat het ‘wildzang’ was van de landloper en werden de Nijmeegse joden weer vrijgelaten.
      At first all Jews from Nijmegen were put in jail, but after some research the magistrate became convinced that what the vagrant claimed was idle talk and the Jews of Nijmegen were released again.
  6. Incorrect or substandard use, not relating to song.
    1. (archaic, uncountable, by extension) substandard execution of an art form
      • 1712, Gérard de Lairesse, Groot schilderboek, part 1, vol. 4, Hendrick Desbordes (publ.), page 235.
        WAnneer wy de kennis van het ordineeren niet en hebben, is het alles wildzang wat wy in de Konst zoeken uit te werken.
        When we do not have the knowledge of arranging, all that we seek to execute in art will be dilettantism.
      • 1848, "I. da Costa, Zangen en Lied" (review), Vaderlandsche letteroefeningen. Boekbeschouwing, vol. 1, page 120.
        Over den smaak valt, naar heet oude spreekwoord, niet te twisten. Met dezen locus communis troostte Rec. zich, toen hij, gereed om over de beide hierboven genoemde boekjes zijne gedachten op te teekenen, N*. II van dit Tijdschrift in handen kreeg, en daar met zoo vele woorden en kortweg DA COSTA's Lied van vijfentwintig jaren »eenen bonten en brokkeligen wildzang” zag noemen, »even gebrekkig van bewerking als van conceptie.”
        About taste it makes, as the old proverb says, no sense to argue. It was this common place with which the reviewer consoled himself when he, ready to write down his thoughts about both above-mentioned booklets, laid his hands on issue two of this magazine, and that Da Costa's Lied van vijfentwintig jaren was briskly called "a mogrelised and dilapidated artistic mishmash" in those very words, "as defective in execution as of conception."
      • 1860, Jan Baptist David, "Een rymwerk van Jan van Ruysbroeck.", in C. P. Serrure, Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis, vol. 3, C. Annoot-Braeckman (publ.), page 2.
        Maer het slot van dat zelfde werk is mede op rym gesteld, uitmakende een vyftigtal verzen; en daer is wederom zoo veel wildzang in, zoo veel ongelykheid in maet en duer, dat sommige afschryvers niet eens schynen gewaer te zyn geworden dat het verzen waren, maer alles het een achter 't ander in volle regels geboekt hebben, even als de gewoone proza.
        But the final part of the same work has also been set to rhyme, consisting of some fifty verses; and that again contains so much doggerel poetry, so much unevenness in meter and length, that some copyists do not even seem to have noticed that they were verses, but wrote down everything, one verse after another, in full lines, just like regular prose.
    2. (obsolete) wrongful use, misapplication, abuse
      • 1710, J. C. van Erkel, Protest van de Rooms-Catholyke Clergie der voornaeme Steden van Zuijt-Holland, en van hunne Medestanders, publ. by Hendrik van Rhyn, page 79.
        Maer wat is dat anders als wildzang, en goede Regels te onpas gebruyken?
        But what is that apart from wrongful application, and using good rules wrongly?
      • 1710, Rekest van Adam Symons Leenrale om zijn geschil met Jacob van Heyningen, page 17:
        Invoegen dat alles wel een waanwyſe wildzang lykt, gelyk de winſt van fl. 50000 op Graanen, die noch niet eens gearriveert zyn, en door de lange Reys verbroyt en bedorven ſoude konnen zyn, of nog werden.
        To add that everything looks like insane abuse, like the 50,000 florins in profit on corn, that still has not arrived, and could have been wasted or spoiled by the long journey, or could still end up like that.

Synonyms[edit]

  • (rash or inexperienced person): wildvang