kruisbeeld
Dutch
Etymology
kruis (“cross”) + beeld (“statue, image”)
Pronunciation
Audio: (file) - Hyphenation: kruis‧beeld
Noun
kruisbeeld n (plural kruisbeelden, diminutive kruisbeeldje n)
kruis (“cross”) + beeld (“statue, image”)
Audio: | (file) |
kruisbeeld n (plural kruisbeelden, diminutive kruisbeeldje n)