voltijds

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From voltijd +‎ -s.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈvɔl.tɛi̯ts/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: vol‧tijds

Adverb

[edit]

voltijds

  1. full-time
    Synonym: fulltime
    Coordinate term: deeltijds
    voltijds werkento work full-time

Adjective

[edit]

voltijds (not comparable)

  1. full-time
    Synonym: fulltime
    Coordinate term: deeltijds
    een voltijdse baana full-time job

Declension

[edit]
Declension of voltijds
uninflected voltijds
inflected voltijdse
comparative
positive
predicative/adverbial voltijds
indefinite m./f. sing. voltijdse
n. sing. voltijds
plural voltijdse
definite voltijdse
partitive voltijds