immers
Catalan
Adjective
immers (feminine immersa, masculine plural immersos, feminine plural immerses)
Related terms
Further reading
- “immers” in Diccionari de la llengua catalana, segona edició, Institut d’Estudis Catalans.
Dutch
Etymology
From immer (“always, ever”) + -s (adverb-forming suffix).
Pronunciation
Audio: (file)
Adverb
immers
- Indicates that an explanation is being given for an earlier statement.; indeed, after all
- Nee, hij is al naar huis. Hij werd immers gevraagd thuis te komen.
- No, he's already home, because he was asked to come home.
- “Bataven” on the Dutch Wikipedia:
- Tijdens en na de Nederlandse Opstand tegen de Spaanse overheersing beschouwden de Nederlanders zich als de 'nakomelingen van de Bataven', die immers ook tegen hun 'onderdrukkers', de Romeinen, in opstand waren gekomen.
- During and after the Dutch Revolt against the Spanish domination, the Dutch regarded themselves as the 'descendants of the Batavians', for they had [literally who immers had] also come to rebel against their 'oppressors', the Romans.
- Tijdens en na de Nederlandse Opstand tegen de Spaanse overheersing beschouwden de Nederlanders zich als de 'nakomelingen van de Bataven', die immers ook tegen hun 'onderdrukkers', de Romeinen, in opstand waren gekomen.
- Nee, hij is al naar huis. Hij werd immers gevraagd thuis te komen.
Synonyms
- (indicates an explanation): namelijk