amputatie
Dutch
Etymology
Borrowed from Middle French amputation, from Latin amputātiō. First attested in the sixteenth century.
Pronunciation
Noun
amputatie f (plural amputaties, diminutive amputatietje n)
- amputation (surgical removal of a body part)
Derived terms
- amputatiefetisjisme
- armamputatie
- beenamputatie
- handamputatie
- neusamputatie
- teenamputatie
- vingeramputatie
- voetamputatie
Related terms
Descendants
- Afrikaans: amputasie
- → Indonesian: amputasi
- → West Frisian: amputaasje