bijgespijkerd

From Wiktionary, the free dictionary
Archived revision by WingerBot (talk | contribs) as of 12:57, 15 October 2019.
Jump to navigation Jump to search

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

bijgespijkerd

  1. (deprecated template usage) past participle of bijspijkeren

Declension

Declension of bijgespijkerd
uninflected bijgespijkerd
inflected bijgespijkerde
positive
predicative/adverbial bijgespijkerd
indefinite m./f. sing. bijgespijkerde
n. sing. bijgespijkerd
plural bijgespijkerde
definite bijgespijkerde
partitive bijgespijkerds