enkelspeler

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Afrikaans

[edit]

Etymology

[edit]

From enkel (single) +‎ speler (player).

Adjective

[edit]

enkelspeler (attributive enkelspelere, not comparable)

  1. singleplayer

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From enkel (single) +‎ speler (player).

Noun

[edit]

enkelspeler

  1. singles player
    • 2018 November 23, “De 10 populairste sporten in Nederland”, in Magazine Gezondheid[1]:
      Nederlands bekendste tennisspeler is Richard Krajicek die in 1996 als eerste Nederlandse enkelspeler het prestigieuze Wimbledon won.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2023 February 11, “Spelersprofiel van Viktor Axelsen: De #1 van de wereld”, in Badminton Hulp[2]:
      Viktor Axelsen is een Deense badminton enkelspeler die in de internationale badmintonwereld bekend staat om zijn spel en professionaliteit.
      (please add an English translation of this quotation)