maagpijn

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From maag (stomach) +‎ pijn (pain).

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: maag‧pijn

Noun

[edit]

maagpijn f (plural maagpijnen, diminutive maagpijntje n)

  1. stomachache
    Ik denk dat ik maagpijn krijg van dat pittige eten.I think I'm getting a stomachache from that spicy food.
    Heb je medicijnen voor maagpijn?Do you have medicine for stomachache?
    Ze kon niet slapen vanwege de maagpijn.She couldn't sleep because of the stomachache.
[edit]