marmoleum
Dutch
Etymology
Pronunciation
Noun
marmoleum n (uncountable)
- marble-patterned linoleum, marmoleum [from 1930s]
- 1931 February 26, "Commercieele mededeelingen ten aanzien van adverteerders", Limburger Koerier, part 1, page 13.
- Overal werden nieuwe vloeren gelegd, hetzij tegels, hetzij parket, hetzij marmoleum, een nieuw procédé van de Ned. Linoleumfabriek Krommenie.
- (please add an English translation of this quotation)
- 1931 February 26, "Commercieele mededeelingen ten aanzien van adverteerders", Limburger Koerier, part 1, page 13.