naargelang
Jump to navigation
Jump to search
Dutch[edit]
Etymology[edit]
Univerbation of naar + gelang.
Pronunciation[edit]
Preposition[edit]
naargelang
- according to, depending on
- Dan verschijnt er een letter, naargelang de toets die je indrukt.
- Then a letter occurs, depending on the button you push.
- as, to the extent that, along
- Naargelang dat mensen ouder worden, worden ze gematigder.
- As people grow older, they become more moderate.
Usage notes[edit]
- Often prepended by al, without meaning difference.
- In the second sense, optionally followed by dat (“that”).
Synonyms[edit]
- (according to): alnaargelang, al naargelang, afhankelijk van, overeenkomstig
- (as): naarmate
Related terms[edit]
References[edit]
- “naargelang” in Woordenlijst Nederlandse Taal – Officiële Spelling, Nederlandse Taalunie. [the official spelling word list for the Dutch language]
- Onze Taal: Advice on writing in one or two words