ontgroeiend

From Wiktionary, the free dictionary
Archived revision by WingerBot (talk | contribs) as of 03:11, 16 October 2019.
Jump to navigation Jump to search

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

ontgroeiend

  1. (deprecated template usage) present participle of ontgroeien

Declension

Declension of ontgroeiend
uninflected ontgroeiend
inflected ontgroeiende
positive
predicative/adverbial ontgroeiend
ontgroeiende
indefinite m./f. sing. ontgroeiende
n. sing. ontgroeiend
plural ontgroeiende
definite ontgroeiende
partitive ontgroeiends