ankerboei

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

Compound of anker +‎ boei. First attested in the late eighteenth century, but already mentioned early in the same century.

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /ˈɑŋ.kərˌbui̯/
  • (file)
  • Hyphenation: an‧ker‧boei

Noun[edit]

ankerboei f (plural ankerboeien)

  1. anchor buoy (buoy affixed to an anchor to indicate the anchor's location)
    • 1790, Olaudah Equiano, Merkwaardige levensgevallen van Olaudah Equiano of Gustavus Vassa, den Afrikaan, door hem zelven beschreeven, translated from English, publ. by Pieter Holsteyn, page 227.
      Eindelijk kreegen zij, niet zonder groot gevaar, de jol vrij van het ſchip; en deeze twee onverſaagde waterhelden zwalpten heen op de onſtuimige baaren, in gevaar van hun leven, naar den ankerboei.
      (please add an English translation of this quotation)