erbuiten

From Wiktionary, the free dictionary

Archived revision by WingerBot (talk | contribs) as of 06:51, 5 October 2019.

(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)

Jump to navigation Jump to search

Dutch

Pronunciation

Audio: (file)
Rhymes: -œy̯tən

Adverb

erbuiten

pronominal adverb form of buiten + het

Inflection

Pronominal adverbs of erbuiten

preposition	buiten
postpositional adv.	buiten
+ het (it)	erbuiten
+ dit (this)	hierbuiten
+ dat (that)	daarbuiten
+ wat (what)	waarbuiten
+ iets (something)	ergens buiten
+ niets (nothing)	nergens buiten
+ alles (everything)	overal buiten

Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=erbuiten&oldid=54709656"