geaccentueerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

geaccentueerd

  1. past participle of accentueren

Declension

[edit]
Declension of geaccentueerd
uninflected geaccentueerd
inflected geaccentueerde
positive
predicative/adverbial geaccentueerd
indefinite m./f. sing. geaccentueerde
n. sing. geaccentueerd
plural geaccentueerde
definite geaccentueerde
partitive geaccentueerds