naakte

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology 1[edit]

Germanic, cognate with naked, German nackt

Noun[edit]

naakte m or f (plural naakten)

  1. naked person
    Onder de haveloze vluchtelingen waren zelfs enkele naakten.
    Among the destitute refugees were even some nude ones.
    De naakten kleden is één der werken van barmhartigheid.
    Clothing the nude is one of the charitable acts.

Adjective[edit]

naakte

  1. inflection of naakt:
    1. masculine/feminine singular attributive
    2. definite neuter singular attributive
    3. plural attributive

Etymology 2[edit]

Verb[edit]

naakte

  1. (dated or formal) singular past indicative/subjunctive of naken
Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=naakte&oldid=75559595"