stoompaard

Dutch

Etymology

Compound of stoom (“steam”) +‎ paard (“horse”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈstoːm.paːrt/
• Hyphenation: stoom‧paard

Noun

stoompaard n (plural stoompaarden)

1. (dated or historical, in later usage often humorous or poetic) A steam locomotive. [early 19th c.]

   Synonym: stoomlocomotief

   • 1828 May 7, “De voortgang der Civilisatie”, in Algemeen Handelsblad, number 36, page 4:

     Zware vrachtwagens, snelle diligences, en zelfs stoomrijtuigen en stoompaarden rennen onophoudelijk over de gladde ijzerwegen; […]

     Heavy freight-carts, fast diligences, and even steam carriages and steam locomotives run ceaselessly over the smooth iron roads; […]