terugkijkend

From Wiktionary, the free dictionary
Archived revision by WingerBot (talk | contribs) as of 12:00, 15 October 2019.
Jump to navigation Jump to search

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

terugkijkend

  1. (deprecated template usage) present participle of terugkijken

Declension

Declension of terugkijkend
uninflected terugkijkend
inflected terugkijkende
positive
predicative/adverbial terugkijkend
terugkijkende
indefinite m./f. sing. terugkijkende
n. sing. terugkijkend
plural terugkijkende
definite terugkijkende
partitive terugkijkends