bestuur

Dutch

Pronunciation

• IPA^(key): /bəˈstyːr/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: be‧stuur
• Rhymes: -yr

Etymology 1

From besturen.

Noun

bestuur n (plural besturen)

1. management

   Het bestuur van het bedrijf besloot om nieuwe strategieën te implementeren.

   The management of the company decided to implement new strategies.

2. governing board

   De leden van het bestuur zijn verantwoordelijk voor de besluitvorming binnen de organisatie.

   The members of the governing board are responsible for decision-making within the organization.

3. reign

   Het bestuur van de koning was lang en welvarend.

   The reign of the king was long and prosperous.

Derived terms

• bestuurlijk
• bestuursambtenaar
• bestuursdienst
• bestuursopzichter
• bestuursressort
• gemeentebestuur

Related terms

• besturen

Descendants

• → Indonesian: bestir
• → Kari'na: bestuur
• → Sranan Tongo: bestúr
  • → Caribbean Javanese: bestir

Etymology 2

See the etymology of the corresponding lemma form.

Verb

bestuur

1. inflection of besturen:
   1. first-person singular present indicative
   2. (in case of inversion) second-person singular present indicative
   3. imperative