jaarboek

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Afrikaans[edit]

Etymology[edit]

Either from Dutch jaarboek or formed within Afrikaans as jaar (year) +‎ boek (book).

Pronunciation[edit]

  • (file)

Noun[edit]

jaarboek (plural jaarboeke)

  1. yearbook

Dutch[edit]

Etymology[edit]

Compound of jaar (year) +‎ boek (book).

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /ˈjaːr.buk/
  • (file)
  • Hyphenation: jaar‧boek

Noun[edit]

jaarboek n (plural jaarboeken, diminutive jaarboekje n)

  1. yearbook
    In het jaarboek van de school staan foto's en herinneringen van het afgelopen schooljaar.
    In the school yearbook, there are photos and memories from the past academic year.
    Het jaarboekje van de vereniging bevat een overzicht van alle activiteiten van het afgelopen jaar.
    The association's yearbook contains an overview of all the activities from the past year.
  2. (chiefly in the plural) annals, chronicle
    De geschiedenis van de stad wordt vastgelegd in de jaarboeken van de lokale archieven.
    The history of the city is recorded in the annals of the local archives.
    De jaarboeken van de vereniging geven een gedetailleerd overzicht van de gebeurtenissen en prestaties van elk jaar.
    The association's chronicles provide a detailed overview of the events and achievements of each year.

Synonyms[edit]

(annals):