luchtbrug
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of lucht (“air, sky”) + brug (“bridge”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]luchtbrug f (plural luchtbruggen, diminutive luchtbruggetje n)
Compound of lucht (“air, sky”) + brug (“bridge”).
luchtbrug f (plural luchtbruggen, diminutive luchtbruggetje n)