ondertussen

Dutch

Etymology

From onder +‎ tussen.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌɔn.dərˈtʏ.sə(n)/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: on‧der‧tus‧sen
• Rhymes: -ʏsən

Adverb

ondertussen

1. meanwhile, in the meantime

   De cursisten maakten de toets en ondertussen bekeek de docent de schrijfopdrachten.

Usage notes

Ondertussen is sometimes incorrectly claimed to be a false contamination of intussen and onderwijl, but its usage dates back to at least 1548. In contrast, the earliest mention of intussen was from 1722.

Synonyms

• inmiddels
• intussen

Descendants

• Negerhollands: ondertuschen, ondertyssen

References

• Ondertussen-intussen, Onze Taal