ongein

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Alternative forms

[edit]

Etymology

[edit]

From on- +‎ gein.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈɔn.ɣɛi̯n/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧gein

Noun

[edit]

ongein m (plural ongeinen, diminutive ongeintje n) (Netherlands)

  1. (uncountable) nonsense; (tasteless) tomfoolery, buffoonery
    Synonym: onzin
    • 1985 August 19, “Gein en Ongein”, in De Telegraaf, Amsterdam, page 11:
      Jan haalt uit naar Jos Brink en daarmee naar het Nederlandse publiek, ook zijn publiek. Jan maakt zich zorgen over de produktie die 2 1/2 miljoen gulden (!) heeft gekost en verzucht dan: „Maar wat wil je dan? Iets als die ongein van Jos Brink?"
      Jan satirises Jos Brink and with that the Dutch audience, also his own audience. Jan worries about the production that had cost 2 1/2 million guilders (!) and then complains: „What do you want then? Something like Jos Brink's nonsense?"
    • 1977 November 28, “In een Vloek en een Zucht”, in De Telegraaf, Amsterdam, page 2:
      Eigenlijk zou een psychiater eens moeten uitzoeken, wat Sonja Barend, de schrijvers van dit liedje en de VARA-leiding er toe brachten zóveel verbijsterende ongein te spuien, maar de hele zaak zal hij wel kunnen herleiden tot dezelfde mentaliteit, die sommige pubers ertoe brengt in een kerk een luide wind te laten.
      Actually, a psychiatrist should find out what drove Sonja Barend, the writers of this song and the VARA management to spout so much mind-boggling nonsense, but the whole thing can probably be traced back to the same mentality that makes some teenagers fart loudly in a church.
  2. (countable, dated) a (tasteless) practical joke
    • 1951 November 9, “Ingezonden”, in Nieuw Israelietisch weekblad, Amsterdam, Kindertehuizen:
      Wij menen reden te hebben niet zonder meer aan te nemen dat het hier een „(on)geintje" betrof, doch het lijkt ons beter dit incident om een dertienjarige niet verder uit te pluizen.
      We believe we have reason not to simply assume that this was a „(practical) joke", but we think it would be better not to further investigate this incident concerning a thirteen-year-old.
  3. (countable, uncountable, obsolete) tastelessness, unbecomingness
    • 1950 August 26, “Onversneden kolder”, in Het Parool, Amsterdam:
      De Marx brothers en de Ritz brothers zijn daar zeer groot in, maar Olsen en Johnson komen vaak lelijk in de buurt van de ongijn.
      The Marx brothers and the Ritz brothers do that very well, but Olsen and Johnson often come close to tastelessness.