uitgebeeld

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈœy̯txəˌbeːlt/
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

uitgebeeld

  1. past participle of uitbeelden

Declension

[edit]
Declension of uitgebeeld
uninflected uitgebeeld
inflected uitgebeelde
positive
predicative/adverbial uitgebeeld
indefinite m./f. sing. uitgebeelde
n. sing. uitgebeeld
plural uitgebeelde
definite uitgebeelde
partitive uitgebeelds