uitgeleend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

uitgeleend

  1. past participle of uitlenen

Declension

[edit]
Declension of uitgeleend
uninflected uitgeleend
inflected uitgeleende
positive
predicative/adverbial uitgeleend
indefinite m./f. sing. uitgeleende
n. sing. uitgeleend
plural uitgeleende
definite uitgeleende
partitive uitgeleends