uitwerkend

From Wiktionary, the free dictionary
Archived revision by WingerBot (talk | contribs) as of 12:37, 15 October 2019.
Jump to navigation Jump to search

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

uitwerkend

  1. (deprecated template usage) present participle of uitwerken

Declension

Declension of uitwerkend
uninflected uitwerkend
inflected uitwerkende
positive
predicative/adverbial uitwerkend
uitwerkende
indefinite m./f. sing. uitwerkende
n. sing. uitwerkend
plural uitwerkende
definite uitwerkende
partitive uitwerkends